Fictie als handleiding.
1984 van George Orwell is het afgelopen jaar weer toegetreden tot de orde der bestsellers. Het boek, gepubliceerd in 1949, schetst een beeld van onze wereld anno 1984, waarin het individu moet leven in een totalitair regime onder het alziende oog van de onzichtbare Big Brother. Wekenlang stond het boek op nummer 1 in de Amazon verkoopslijst. Orwell's visionaire boek had al zo'n revival meegemaakt in 2013 bij de onthullingen van Edward Snowden, maar nu was het echt prijs toen woordvoerder Sean Spicer, bij de inaugurale speech van president Trump, nogal wat aanwezigen bleek te overschatten en dat de pr-van het Witte Huis daarop repliceerde door de verkeerde inschatting voor te stellen als 'alternatieve feiten'. Bij vele alerte kijkers in de V.S. begon dat wel erg op Orwell's idioom in zijn profetisch boek te lijken. Zo werd een boek uit 1949 een handleiding om duidelijkheid te scheppen tussen newspeak, dubbeldenk en crimestop. Trump mag dan wel geen dictator zijn, de manier waarop hij zijn kiespubliek en de rest van Amerika tracht in te weven via sociale media in zijn net van desinformatie en fake news, doen mensen blijkbaar teruggrijpen naar een zekere reddingsboei in een zee van manipulatie. Wel speciaal dat dit een fictieboek is. Zo zie je maar weer wat de kracht van bepaalde boeken kan zijn. En hoe fictie soms ter hulp moet komen om de werkelijkheid te kunnen duiden. Akkoord, bij ons, hebben we voorlopig geen last van Trumpiaanse misleiding, al kan het nooit kwaad om 1984 nog eens op het nachtkastje leggen. Kwestie van de kritische burger in jezelf wakker te houden. We hebben nog een paar zo'n handleidingen tegen manipulatie in huis.